Regelweetjes november 2018
Regels en discussie lijken nog steeds onlosmakelijk verbonden met onze Europese fondsen. We mogen echter nooit uit het oog verliezen dat het doel ervan is rechtszekerheid te krijgen, in plaats van rechtsonzekerheid en ellende.
A. Omnibusverordening-simplificatie
- Op 14 september 2018 heeft de Europese Commissie na jarenlang onderhandelen eindelijke de Omnibus verordening gepubliceerd. Dit is een geweldige stap voorwaarts in het simplificeren van de regels. U kunt hem vinden onder Verordening 1046 van 2018 van de Europese Commissie op kansenvoorwest2.nl.
- De belangrijke wijzigingen uit deze Omnibus worden vertaald in de REES, de nationale wetgeving voor Europese middelen, die binnen enkele weken gepubliceerd wordt.
- Drie simplificaties springen eruit. Twee methodes voor andere kostenverantwoording en een alternatief voor tijdschrijven.
- Zo is het mogelijk alle personeelskosten in een project eenvoudig te verantwoorden door een flat-rate van 20 procent op de overige kosten te zetten. Zeer interessant zeker voor projecten waar de meerderheid van de kosten in die overige drie kostensoorten zitten. (Dit zijn kosten derden, afschrijvingen en kosten in natura.) Simpel gezegd als het overgrote deel van kosten in een project wordt gemaakt door derden, is dit een zeer interessante optie. De 20 procent hoeft niet verder verantwoord of onderbouwd te worden.
- Wist u dat het omgekeerde ook mag? Als het merendeel van de kosten in een project personeelskosten van de partners zelf zijn, dan mag u daar 40 procent flat rate opzetten voor de overige kosten, zonder verdere verantwoording.
- Wist u dat de derde simplificatie tijdschrijven overbodig maakt? En dat er gewerkt kan worden met een werkgeversverklaring van het deelpercentage dat iemand aan het project werkt? Dit met uitzondering van degenen die de IKS systematiek gebruiken.
- Wist u dat er een keerzijde aan de simpelere regels zit? Het aantal efro uren dat iemand per jaar maakt is gemaximeerd op 1720.
B. Verbonden partijen
- Wist u dat wij vaak tegen een nieuwe partner in een project aanlopen als we een voortgangsrapportage krijgen? Dan blijkt vaak dat de loonkosten worden gemaakt in een persoonlijke holding in plaats van in de productbv waar de ondernemer de projecten in onderbrengt.
- Deze kosten zijn pas subsidiabel als deze holding (of een andere verbonden partij) door een wijzigingsverzoek in de beschikking is opgenomen en zelf heeft bevestigd dat de subsidieregels te kennen. Ook al gaat het over dezelfde persoon/ondernemer.
- Wist u dat bovenstaand punt een belangrijk controlepunt en risico is en uw alertheid dus gevraagd wordt?
Overig
- Er is nogal wat gedoe over het gebruik van artikel 27 van de groepsvrijstellingsverordening om staatsteun geoorloofd te maken. Dit komt doordat de EC heeft gesteld dat deze steun maar naar een enkele entiteit toe mag en de steun van de bedrijven die tot het cluster toetreden dus niet onder dit artikel vrijgesteld kan worden. Dit speelt ook vaak bij proeftuinen of field labs. Het verdient aanbeveling om al in een vroeg stadium van de aanvraag hierover na te denken. Uiteraard mag u via de steunpunten onze hulp daarvoor inroepen. Ook bij ons is er een belang dat de governance design van het project direct “proof” is voor de regelgeving. Herontwerp kost namelijk veel tijd en levert vaak ergernis op.